Negerinnenkonten en Endocriene Goden

billen

 

Discrimineren is onderscheiden. In de zin van onderscheiden, uitsluiten, voorrang verlenen, doet het leven op micro en macroniveau niets anders dan discrimineren. En dat is maar goed ook, anders zouden de spermatozoïden van de ouders van importbruiden nog altijd indolent rondzwemmen zonder de eicel van een stenen bruid ooit bevrucht te hebben. De spermatozoïden waren de eerste in ons aankomende leven die op leven en dood discrimineerden om tot Joodse slager of calvinistische boekenwurm te komen.

Discriminatie is niet alleen niet uit den boze, discriminatie is zelfs een absolute voorwaarde voor het bestaan.

Prof. dr. Martijn B. Katan, biochemicus en voedingsdeskundige schreef vorig jaar (de Volkskrant, 14/06/08):

(…) De spijsvertering demonteert elk voedingsmiddel tot steeds dezelfde honderd onderdelen. Eiwitten worden verknipt tot aminozuren, koolhydraten tot suikers en vetten tot vetzuren. Vitamines en mineralen hoeven niet verknipt te worden. Verder bevatten planten allerlei unieke stoffen, maar de meeste daarvan worden door het lichaam snel via urine of ontlasting naar buiten gewerkt.

Stel je voor dat het lichaam niet zou discrimineren, we zouden sterven nog voordat we geboren waren. Degenen die niet discrimineren (lees onderscheiden) houden van de hele wereld en niet van een of meerdere personen, en belanden als niet onderscheidende personen als verslaafde op de hoek van het Vondelpark, of erger.

De vraag is dus niet of discriminatie verkeerd is, het is heilig, ik kan niet zonder in mijn dagelijkse leven, want tenslotte verklaar ik ook niet elke voorbijganger de liefde. De vraag is alleen wanneer individu en samenleving kan, mag en moet discrimineren. Discriminatie is de veiligheidspal op alle vormen van leven.

Met de bovenstaande stelling dat Discriminatie (in de zin van onderscheiden) niet verkeerd maar heilig is reageerde ik in juli 2008 in Opinie van de Volkskrant op een column van Thomas van der Dunk, en werd met applaus begroet. Onder de titel Gelukkig discrimineren wij, eveneens in Opinie, nu een jaar later, volgde columnist Max Pam mijn stuk qua stelling wel erg kort op de voet. Zijn column beschouw ik maar als een compliment op mijn eerder geschreven bijdrage.

Negerinnenkonten
Het principe van de eerder genoemde veiligheidspal, ‘dat we moeten discrimineren/ons onderscheiden van het andere’, schijnt columniste Aaf Brandt Corstius van NRC.next wel erg letterlijk genomen te hebben, want uit volle borst zingt ze het discriminatielied. Om zich tegen concurrentie van mogelijk andere vrouwen te beschermen trekt ze haar mond kakenbreed open in De Wereld Draait Door (30-03-2009) en doopt tevens haar columnistepen in afgunstige inkt (NRC.next 3 juni 2009).

Aaf laat er geen gras over groeien en onderscheidt zich van anderen door schrijver Robert Vuijsje met zijn uitgesproken negerinnenliefde aan te vallen op discriminatoir gedrag en hem als racist neer te zetten. Anders gezegd: de gediscrimineerde discrimineert.

Robert Vuijsje mag van de NRC.next-columniste zijn chocolade negerinnen niet het hof maken, laat staan een uitverkoren negerinnenborst melken. Vuijsje zal op straffe van excommunicatie en verwijdering uit het failliete bordeel dat ‘Hollandse Vrouw’ heet, de liefde moeten bedrijven met haar zelfgemaakte vrouwelijk potje biodiverse zuurdesem waarvan de harige schimmels te bergen rijzen.

Duidelijk is dat Corstius niet bijster gecharmeerd is van personen die op andere vrouwen vallen dan zij en haar specimen. Van Aaf mag de Indische Olifant dus ook niet op de Afrikaanse of Aziatische olifant vallen, de spitsmuis het niet doen met de woelmuis, en de kolibrie mag al trillend niet een vluggertje maken met pak hem beet, de bidsprinkhaan, pardon bidsprinkhen.

Schrijver Robert Vuijsje deed in zijn boek namelijk gepassioneerd kond van negerinnenkonten. De liefde voor goed in het vel stekende negerinnen in het met de Libris Literatuurprijs bekroonde boek van Vuijsje’s ‘Alleen maar nette mensen’ moest het ontgelden. Maar ook vrouwen die blank aan de weg timmerden en in één flits wereldberoemd werden weet Brandt Corstius tot gruis te vermalen. Susan Boyle, wereldkampioene Zang & Youtube (186 miljoen keer bekeken), die na Oprah en Obama nog net niet door God de Vader zelf werd uitgenodigd, wordt door columniste Brandt Corstius in NRC.next in tabloid-stijl te kijk gezet en stinkend jaloers van de wereld geschreven.

Je discrimineert volgens columniste als je alleen maar van negerinnen houdt. ‘Racistisch!’, wierp ze Robert Vuijsje toe in De Wereld Draait Door. Vanuit het wereldbeeld van de ‘sociaal wetenschapper ad interim’ mevrouw Brandt Corstius discrimineer je blijkbaar ook als je alleen op graatmagere dennen kickt, eeuwig valt op Botero-modellen met een extra pondje boter in de taille en met gewelfde wreven als zijden kussentjes boven op de voet, discrimineert je waarschijnlijk ook wanneer je als brunette-lesbo boven op blonde vrouwen springt, en finally discrimineer je als je als bouwvakkershomo veelbetekenend kickboksende baritons of frêle koorddansers nafluit. Voor de goede verstaander: er is maar één type persoon waar je op mag vallen, en dat is een dubbelblanke hetero-columniste. Het is blijkbaar de calvinistische geest van vrouwe Brandt Corstius die bepaalt wie lekker gevonden mag worden voor onenightstands en andere huwelijkse sacramenten.

Endocriene Godheden
Het is aan de ingeboren aard en de ingeboren geest wie voor liefde en passie wordt uitgenodigd, en die de koers bepaalt van het ultieme ik in partnerkeuze. De ingeboren aard kan vanuit allerlei modellen verklaard worden, populair of wetenschappelijk, wel of niet gerelateerd aan religie of levensbeschouwing.

Vanuit het perspectief van vorige levens die via het genetisch materiaal van de ouders in ons manifest worden, kunnen we voor een belangrijk deel de oorsprong van onze type voorkeuren traceren. Dit geldt niet alleen voor de passie voor negerinnen met anatomisch geprononceerde konten, maar ook voor het voedsel dat onze voorkeur heeft. Het spijsverteringskanaal selecteert door discriminatie het voor ons gezonde en verteerbare voedsel, en draagt daardoor bij aan onze gezondheid. Van Aaf Brandt Corstius moeten we ten alle tijden ons bordje leeg eten, ook als de spijsvertering geen laf gekookt witlof of dikke blanke aspergestengels verdraagt die een persoon zelfs ziek kunnen maken. Voor de een zijn schelpdieren een delicatesse, voor de ander een allergische bron voor acute ziekenhuisopname. Columniste serveert het liefst alleen voedsel van blanke negerinnen op het witte Kaukasische bord.

De ingeboren aard is de innerlijke Godheid die zich via het endocriene klierstelsel manifesteert en ons de weg wijst om het beste liefdesbed te vinden voor de aanmaak van nageslacht. Het reukorgaan van zoogdier mens brengt als bij een hond met zijn 220.000.000 geurreceptoren de geslachtmachinerie in opperste slaat van paraatheid. Mannen en vrouwen met voor elkaar het beste genetische materiaal worden onbewust gedetecteerd. In tegenstelling tot de echte dieren, snuift de mens als zoogdier niet alleen op welk genetisch materiaal het beste is voor de biologische instandhouding van de soort, maar krijgt hij via de geur ook onbewust toegang tot informatie over mentale, sociale en culturele hulpbronnen van de uit te kiezen persoon.

Caribbean prick voor de Mus musculus
De bedoeling van het hele betoog van Brandt Corstius in De Wereld Draait Door is natuurlijk dat je geenszins discrimineert als je op háár valt, op Mus musculus, deze grauwe Hollandse huismuis met, laten we met Carl G. Jung eens een dwarsstraat noemen, een Electracomplex met uitgezakte oogschaduw in de overgang. Dat het libido met testosteron en al je daar helemaal van in de hetero- of lesboschoenen gaat zakken, ontgaat columniste volledig.

Negerinnen en zeker hun donkere broers zijn in Nederland als bedpartners al jaren erg ín. Geen witte vlek op de landkaart of er is wel een zaterdagavond-salsa met goedkope R&B-glitters in het Zumba-buurthuis. Ook de blanke vrouw verbreekt met de ebbenhouten billen van de zwarte lover nog in haar hand – soms voor goed – haar eigen huwelijk of relatie. Geen garnalen- of parelvisser uit IJmuiden die daar nog tegen op kan. Voor de Hollandse vrouw staat de zwarte of Latino-man symbool voor een uit de klauwen gelopen orgasme, zoals een man met blauwe ogen in Brazilië garant staat voor papieren betrouwbaarheid, economisch bewustzijn en maatschappelijke voortvarendheid. Dat menige gereïncarneerde Afro-Amerikaan, zoals ik decennialang heb kunnen zien, zo houterig kan zijn als een Hollander, en een gereïncarneerd bleekgezicht zo promiscue kan zijn als een Carioca, een inwoner van Rio, moet statistisch maar op de koop toe genomen worden. Menige Antilliaan was in een vorig leven een benige boerenklompendanser uit Goes of Wemeldinge, en een calvinistische Zeeuw een heimelijke WIC-billenknijper in de plantage slavenverblijven van Curaçao of Suriname.

De roots van de cultuurhistorisch besprenkelde Caraïben vinden deels hun oorsprong in het promiscue gedrag van de gewestbestuurder of plantagehouder en zijn blanke vrouw. Maar al te graag liet de laatste zich verleiden, om niet van porren te spreken, voor een Caribbean prick, staand of zittend uitgevoerd door de zwarte huisslaaf die tijdens de avondlijke theevisite kwam buurten, terwijl op zijn beurt de heer des huizes in de stallen een vrijwel naakte, huisgemaakte zwarte merrieslaaf aan het afrijden was. Dat is een deel van het koloniale verhaal, verteld zowel in Brazilië, Suriname, de Dominicaanse Republiek als op de Antillen (zie ook: Dr. Rose Mary Allen, antropologe. Di ki manera? A social history of the Afro-Curaçaoans, 1863-1917).

Projectie en spirituele schaduw
Brandt Corstius is cultureel nog ver van huis met haar op WIC-indoctrinatie geënte mijmeringen. De negerin mag van haar de blanke vrouw niet voorbijstreven. Uiteraard mogen zwarte mannelijke evenknieën dat wel, maar dan bij nacht en ontij en na een geheime borrel aan het Amsterdamse Spui. De reactie van Brandt Corstius lijkt op de jaloezie van de blanke vrouw van de plantagehouder. Deze konden ondanks hun eigen getrippel het niet verkroppen dat hun echtgenoten het zwarte lichaam verkozen boven het als superieur geachte blanke corpus. Van de zuidgrens van Brazilië tot aan New Orleans in het noorden is kleurverbetering door huwelijk tot op heden nog steeds een hot issue.

Iedereen zo zijn smaak. Zelf raak ik niet erg gepassioneerd van intellectuele dreumesen als Corstius die de intrinsieke natuur van de mens menen te moeten bevoogden. Buiten de eerder genoemde haren die te bergen rijzen is er verder niets wat er bij mij door omhoog gaat staan, niet spiritueel, noch intellectueel, noch lichamelijk.

Mijn geurreceptoren, als zoogdier toch goed voor het onderscheiden van meer dan 10.000 geuren, reageren met een forse zenuwprikkel zodra een geurmolecuul van het type Brandt Corstius zich in de kijker werpt. Alle goddelijke receptoren roepen in koor: blijf uit de buurt van columnisten die niet van negerinnen noch van zingende nachtegalen houden, en schuif aan bij het excellente geurmolecuul van bekroonde schijvers van de Libris Literatuurprijs die van negerinnenkonten houden.