Thymos en het ‘heid’ van gehoorzaam

Het suffix heid moet onderdanig zijn aan gehoorzaam. Daardoor ontstaat gehoorzaamheid. Met enige stelligheid kan ik stellen dat heid alleen niet veel voorstelt, geheid kan nog wel, maar dan houdt het ook echt op. Het Groot Dictee der Nederlandse Taal 2010 wrong afgelopen woensdag zich elegant in allerlei bochten.

Inflatoire hyperbolen, niet te verwarren met ontbrandbare AD-oliebollen of met ontstoken kegels tijdens het jaarlijkse mastodonten op de bowlingbaan. En multilinguïstische met even verderop co-existentie, niet te verwarren met een existentiële dubbele tong in Sartres trilogie De Wegen der Vrijheid. Geen Nazi-Duitsland maar nazi-Duitsland, Joden kapitaal en joods-christelijk weer met kleine letters.

Met thymotische woede werd de voorlaatste zin van Het Groot Dictee der Nederlandse Taal omkranst. Bij Hoekse en Kabeljauwse twisten aangekomen kon ik me voorstellen dat twisten in onderkast moest worden neergepend en Hoekse en Kabeljauwse elk met kapitaal, de bovenkast, moest worden vereerd.

Zowel de makers van de Dikke Van Dale als die van het dunnere Groene Boekje zijn nimmer met thymotische woede omringd geworden. Blijkens de stand van zaken tijdens naspeuringen in beider naslagwerken is het woord hen volledig onbekend. Twitter meldde na afloop van het dictee dat het woord thymotisch niet te vinden was op 3 miljoen historische krantenpagina’s van 1618 tot aan het dictee. Ook The Guardian en de New York Times berichtten (nog) niet dat er via WikiLeaks ergens sprake was van een thymotisch element, bijvoorbeeld bij Barack Obama nadat hij alle openbaringen gehoord had. Ook van NS en Prorail is niet bekend dat na de in hun ogen in- en ingemene laffe overval van Koning Winter, deze prutsorganisaties in hoge mate thymotisch zouden zijn van, door of op de maagdelijke sneeuw. Het blijft dus ploeteren geblazen met pakken Jozozout onder de poreuze snelbinder van de fiets op weg naar huis om aldaar het Oudhollandse stoepje ijsvrij te krijgen en te houden.

Om iets over die specifieke woede te weten te komen moesten we afreizen naar Karlsruhe, waar de Duitse Nietzscheaanse filosoof Peter Sloterdijk momenteel rector is van de Staatliche Hochschule für Gestaltung. In zijn boek Woede en Tijd doet Sloterdijk uit de doeken wat hij naast woedetransacties en de toornige God bedoelt met thymotische revolutie.

Voor de oorsprong van het begrip thymotisch moeten we nog verder teruggrijpen, en wel naar Homerus die bij het Griekse thymos gewag maakt van het onder controle krijgen van emoties en verlangens. De woede mogen we daar zeker onder rekenen, zeker als we emotie en verlangens soms op onze buik kunnen of moeten schrijven.

Ook Plato beschouwde thymos naast logos en eros al tot de menselijke psyche.

Meaning “spiritedness” in Greek, Plato described thymos as the part of the soul comprising pride, indignation, shame, and the need for recognition. Thymos was an indispensable warlike attribute in the ancient world, and remains so today. It is an aspect of inner life that galvanizes commitment to armed conflict and gives it meaning for many combatants; even for civilians who experience it vicariously. Thymos is the human undercurrent that flows amid the geopolitical externalities of war. Without thymos, man amounts to little more than a highly intelligent animal; all brain and physical need, with no moral autonomy. Plato believed thymos exists in us along with our godlike reason and our base appetites. Appetite constitutes our lowest side, embracing the desire to eat, sleep, reproduce, and live on as the physically dependent mammals we are. Reason, on the other hand, enables us to understand and master life’s complexities. (In: Robertson’s Words for a Modern Age: A Dictionary of English Words Derived Primarily from Latin and Greek Sources)

De makers van Het Groot Dictee der Nederlandse Taal raakten dus wel ver van huis bij het zoeken naar een woord dat amper iemand kon en kan kennen. Daarbij gevoegd dat thymotisch al een hoge staat van woede impliceert, wordt thymotische woede al gauw tot iets of iemand die lijkt op een notoire withete raaskal, een gesteldheid of ongesteldheid die men van de bazen van NS en ProRail in deze Siberische tijd van Het Witte Jaar 2010 mag verwachten.

Met het thymos dat Plato gebruikt komen we weer een stukje verder tijdens de zoektocht. De zwezerik, de thymus, komt van thymos. De thymusklier vinden we verscholen in de borst en wel nabij het hart. Ik schreef het ooit eerder: inspiraties wonen op de piano, intuïties wonen in de borst. De thymus resulteert als klier onder het 4e chakra. Hartsaangelegenheden, gevoelens en emoties kunnen daarbij thymotisch in beeld komen, waarvan woede, zoals bijvoorbeeld bij jaloezie, een van de verschijningsvormen is of kan zijn. Door de eeuwen heen vanaf Plato tot aan Het Grote Dictee van woensdag j.l. is en wordt thymotisch naast eer en trots geassocieerd met het hebben van woede.

Ook dit jaar gaf ik met heid van gehoorzaam gevolg aan talen naar taal, mij voorgeschoteld door Het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Thymotisch werd ik wel bij de constatering van het hebben van toch nog veel voute foute. Einde bericht vanuit een besneeuwde Hollandse Oeral.